U en uw huisgezin #2
Serie artikelen door Arie Slingerland (Gouderak) over het gezin
Deze keer willen we stilstaan bij enkele teksten uit het Woord van God waar over kinderen en hun speciale plaats voor God wordt gesproken. We beginnen bij Mattheüs 18:3-6 en vers 10: 3. En Hij zei: Voorwaar, Ik zeg u: Als u zich niet verandert en wordt als de kinderen, zult u het Koninkrijk der hemelen beslist niet binnengaan. 4. Wie zich dan zal vernederen als dit kind, die is de belangrijkste in het Koninkrijk der hemelen. 5. En wie zo'n kind ontvangt in Mijn Naam, die ontvangt Mij. 6. Maar wie een van deze kleinen, die in Mij geloven, doet struikelen, het zou beter voor hem geweest zijn dat een molensteen aan zijn hals gehangen was en hij in de diepte van de zee gezonken was. 10. Pas op dat u niet een van deze kleinen veracht. Want Ik zeg u dat hun engelen in de hemelen altijd het aangezicht zien van Mijn Vader, Die in de hemelen is.
Vooral vers 10 maakt duidelijk dat kinderen een bijzondere plaats innemen in de gedachten van God. Al in Exodus wordt duidelijk dat als God een volk gaat verlossen uit Egypte, dat de kinderen daar zeer beslist bij horen. Exodus 10:9 En Mozes zei: Wij zullen met onze jongeren en ouderen gaan. Met onze zonen en dochters, met ons kleinvee en onze runderen zullen wij gaan, want wij hebben een feest voor de HEERE. En dat dit niet alleen voor het toenmalige volk van God, Israël, gold, leren we uit het boek Handelingen: Handelingen 2:38 En Petrus zei tegen hen: Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen. Want voor u is de belofte en voor uw kinderen en voor allen die veraf zijn, zovelen als de Heere, onze God, ertoe roepen zal. Dit wordt tot Israëlieten gesproken, maar verder vinden we ook het Goddelijk woord tot hen die geloven uit de volken in onder andere Handelingen 11 en 16.
En het is ook Petrus die in zijn eerste brief onderwijst dat het volk van God nu de gelovigen uit Israël en de volken zijn. 1 Petrus 2:9 en 10 Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte; opdat u de deugden zou verkondigen van Hem Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht, u, die voorheen geen volk was, maar nu Gods volk bent; u, die zonder ontferming was, maar nu in ontferming aangenomen bent. Handelingen 11:13 En hij berichtte ons hoe hij een engel gezien had, die in zijn huis stond en tegen hem zei: Stuur mannen naar Joppe en ontbied Simon die ook Petrus genoemd wordt. 14. Die zal woorden tot u spreken waardoor u zalig zult worden en heel uw huis. Handelingen16:14 en 15 En een zekere vrouw, van wie de naam Lydia was, een purperverkoopster uit de stad Thyatira, die God diende, luisterde naar ons. En de Heere opende haar hart, zodat zij acht gaf op wat door Paulus gesproken werd. En toen zij gedoopt was, en haar huisgenoten, drong zij er bij ons op aan: Als u van oordeel bent dat ik trouw ben aan de Heere, kom dan in mijn huis en blijf er. En zij drong er sterk bij ons op aan. Handelingen 16 vanaf vers 31 En zij zeiden: Geloof in de Heere Jezus Christus en u zult zalig worden, u en uw huisgenoten. En zij spraken het Woord van de Heere tot hem en tot allen die in zijn huis waren. En hij nam hen in dat nachtelijke uur met zich mee en waste hun striemen, en hij werd onmiddellijk gedoopt, en al de zijnen. En hij bracht hen in zijn huis en richtte voor hen de tafel aan. En hij verheugde zich dat hij met al zijn huisgenoten tot geloof in God gekomen was. Dit laatste kan ook vertaald worden met: hij verheugde zich met geheel zijn huis dat hij tot geloof in God gekomen was. Tenslotte 1 Korinthe 7:14 Want de ongelovige man is geheiligd door zijn vrouw en de ongelovige vrouw is geheiligd door haar man. Anders waren immers uw kinderen onrein, maar nu zijn zij heilig. ‘Heilig’ betekent: apart gezet tot een bepaald, vaak Goddelijk doel. Als dus slechts een van de ouders gelovig is, dan zijn de kinderen heilig en heeft God een doel met hen. We kunnen uit deze Schriftplaatsen leren dat God de kinderen van de Zijnen insluit in het verlossingsplan en dat huisgezinnen op de plaats van uiterlijke zegen gebracht worden door het geloof van het hoofd van het huis, man (Cornelius, de cipier) of vrouw (Lydia). In de volgende artikelen noem ik wat voorbeelden uit de Bijbel van gezinnen waar we vooral van kunnen leren welke fouten we beslist niet moeten maken.
Terug naar overzicht